De 5 meest irritante taalfouten

Gepubliceerd op 28 februari 2022 om 17:00

Taalfoutjes maakt iedereen wel eens. Kan gebeuren toch? Natuurlijk!
Maar er zijn van die foutjes die pijn doen aan je ogen wanneer je ze ziet staan. Misschien komen ze bij mij, als taalfanaat, nog harder binnen. Hier de vijf meest voorkomende, en vooral irritantste taalfouten ooit. Gelukkig heb ik ook de beste tips om deze fouten te voorkomen!

Me vrienden

Ken je die mensen op Facebook die een foto delen met daarbij de tekst: 'Leuk feestje met me vrienden' of bijvoorbeeld 'blij met me nieuwe baan'. Dit klinkt natuurlijk wel goed wanneer je het zegt. Maar helaas: schriftelijk is dit gewoonweg niet correct. 
Een tip voor als je toch twijfelt: Probeer me te vervangen door mij. Als dit vreemd in de oren klinkt (denk aan mij nieuwe baan), dan gebruik je mijn of m’n.

Zij zei / Zei zij

Ook zo'n bron van ergernis: want wanneer is het nou zij en wanneer is het zei? Ik kom het zelf ook tegen dat ik van iemand een appje krijg waarin uitgebreid staat beschreven wat zei heeft gezegd. Een fout die natuurlijk snel is gemaakt, maar ook eigenlijk niet zou mogen gebeuren. Daarom hier de tip: Zij betekent één vrouwelijk persoon of meerdere personen, als in: zij loopt of zij lopen.
Het woord zei is de verleden tijd van het werkwoord zeggen.

Jou/Jouw

Haal je jou en jouw vaak door elkaar? Je bent zeker niet de enige! Veel mensen maken deze fout. 
Wanneer je twijfelt: vervang het woordje jou/jouw voor u. Wanneer er in de zin “uw” (met een w er achter) komt te staan dan wordt het ook jouw (met een w op het einde). Dus: wat is jou naam= wat is uw naam? Nu weet je dat het jouw met een w moet zijn.

Hun ipv zij

Is Hun hebben het gedaan correct?
Nope. Dit klopt dus niet. Mocht je geen gevoelige oren hebben voor dit soort fouten (zoals ik), dan kun je het volgende doen: Als je hun kunt vervangen door aan hen, moet je hun gebruiken. Bijvoorbeeld:
'Ik heb (aan hen) een boek verkocht.' In dit geval kun je dus zeggen: 'Ik heb hun een boek verkocht.'
'Zij gaan morgen op vakantie.' Je kunt niet zeggen (Aan hen) gaan morgen op vakantie, dus is het zij.

Hij wilt

Ook dit is een misser, maar wel een begrijpelijke. Hij of zij is toch altijd met een t? Helaas, samen met zullen en mogen is willen de uitzondering. Geen t dus.

Uiteraard zijn er nog veel meer taalfouten, maar wat mij betreft zijn dit de meest irritante fouten. Hopelijk hebben de tips je geholpen om twijfels weg te nemen. Heb jij hulp nodig bij teksten voor bijvoorbeeld je website of je blog? Neem dan contact op! Ik help je graag met advies of schrijf foutloze teksten voor jou.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.